Ondernemers loggen tot nu toe in op de website van de Belastingdienst met behulp van gebruikersnaam en wachtwoord. Daar komt verandering in. Rechtspersonen en samenwerkingsverbanden moeten met ingang van 2020 gebruik gaan maken van eHerkenning om in te loggen voor het doen van aangifte. Ondernemers met een eenmanszaak kunnen inloggen met DigiD. eHerkenning is een digitale sleutel. Om in te loggen bij de Belastingdienst is ten minste niveau 3 nodig. eHerkenning is geen (gratis) dienst van de overheid maar een betaalde dienst van private aanbieders. Omdat rekening gehouden moet worden met een behandeltermijn voor de aanvraag van eHerkenning is het raadzaam daar niet te lang mee te wachten. De eerste aangiften over 2020 moeten immers eind februari 2020 worden ingediend.  

In de Tweede Kamer zijn vragen gesteld aan de staatssecretaris van Financiën over de verplichting om eHerkennning te gebruiken voor het doen van belastingaangifte. De Belastingdienst heeft daarover onlangs brieven gestuurd naar ondernemers. Gevraagd is naar de wettelijke grondslag waarop de verplichting om aangifte te doen met eHerkenning berust. Verder wil de vragensteller weten hoe de staatssecretaris er, bij het ontbreken van een wettelijke grondslag, voor gaat zorgen dat zonder eHerkenning toch aangifte gedaan kan worden en dat er geen chaos ontstaat bij het doen van aangifte.

Een belastingaanslag is tijdig vastgesteld als deze binnen de voor het vaststellen van de aanslag geldende termijn is bekendgemaakt en de dagtekening van het aanslagbiljet is gelegen voor het einde van deze termijn.

In verband met verleend uitstel voor het doen van aangifte verliep op 31 januari 2014 de termijn voor het opleggen van een aanslag inkomstenbelasting over 2009. De inspecteur heeft op 8 januari 2014 de voor deze aanslag benodigde gegevens vastgesteld en ingevoerd in het geautomatiseerde systeem van de Belastingdienst. Dat zou leiden tot een dagtekening van het aanslagbiljet in februari 2014. Daarom heeft de inspecteur een tweede aanslagbiljet laten opmaken met een dagtekening binnen de aanslagtermijn. Dat aanslagbiljet is voor het einde van de aanslagtermijn bezorgd.

In de procedure over de aanslag oordeelde Hof Arnhem-Leeuwarden dat in de situatie waarin meerdere aanslagen zijn opgelegd de volgorde van die aanslagen wordt bepaald door de dagtekening ervan. In dit geval leidt dat ertoe dat de tweede aanslag als eerste is vastgesteld en dat de aanslag dus tijdig is vastgesteld. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie tegen dit oordeel van het hof ongegrond verklaard. Omdat het tweede aanslagbiljet voor het einde van de termijn ter post is bezorgd en de dagtekening ervan is gelegen voor het einde van de termijn, is de aanslag tijdig vastgesteld.

Voor professionele rechtsbijstand in een belastingprocedure kan om een proceskostenvergoeding worden gevraagd. Om recht te hebben op een vergoeding moet de belanghebbende ten minste deels in het gelijk worden gesteld. De rechtsbijstand moet verleend worden door een derde. Een werknemer, die rechtsbijstand aan zijn werkgever verleent, kan in de regel ten opzichte van de werkgever niet als een derde worden aangemerkt. Dat heeft de Hoge Raad in een arrest uit 2009 bepaald. Nu heeft de Hoge Raad daaraan toegevoegd dat dit niet anders wordt als de werknemer advocaat is.

De Hoge Raad is van oordeel dat Hof Amsterdam terecht geen proceskostenvergoeding heeft toegekend in het geval van een advocaat, die zijn werkgever in een procedure van rechtsbijstand voorzag. De werkgever was overigens ook advocaat.